Toelichting product Wmo begeleiding
Product 621 Wmo begeleiding – lasten
De belangrijkste verklaring(en) voor het voordeel van €2.088.000 op de lasten zijn:
- € 1.420.000 voordeel op begeleiding ZIN (€ 1.342.000) en PGB (€ 78.000).
Het voordeel op begeleiding is als volgt te verklaren: de indexering voor 2022 was begroot op 3,5% waar de werkelijke index 1,94 % was. Daarnaast was de begroting 2022 gebaseerd op de cijfers van Burap-1 2021. Bij de jaarrekening 2021 zijn de kosten lager uitgevallen dan in eerste instantie was geprognotiseerd bij de Burap-1 2021. Daarnaast is de ontwikkeling dat cliënten met een GGZ achtergrond door een landelijke beleidswijziging nu eerder naar de Wet langdurige zorg (Wlz) worden doorverwezen. Tot slot heeft de verwachte cliëntenstijging voor nazorg in verband met corona zich niet voorgedaan. Het tegenovergestelde is in de praktijk juist gaande (een daling van het aantal unieke cliënten). Mogelijk is dit mede veroorzaakt doordat meer cliënten naar de Wlz zijn verwezen. - € 169.000 incidenteel voordeel op begeleiding oude jaren. In 2021 zijn verplichtingen opgenomen voor nog te betalen zorgkosten. Achteraf gezien waren de werkelijke kosten lager. Dit lijdt tot een voordeel van € 155.000 op begeleiding ZIN en € 14.000 op PGB.
- € 315.000 incidenteel voordeel beschermd wonen. In 2022 zijn er minder uitgaven gedaan ten behoeve van beschermd wonen. Dit voordeel valt weg tegen een lager gebruik van de ontvangen subsidie voor beschermd wonen bij de baten.
- € 207.000 voordeel op doorbelaste (loon)kosten. Dit voordeel valt grotendeels weg tegen voor- en nadelen op de doorbelaste (loon)kosten op andere producten binnen programma 4 vitale samenleving.
Product 621 Wmo begeleiding – baten
De belangrijkste verklaring(en) voor het nadeel van €307.000 op de baten zijn:
- € 315.000 incidenteel nadeel beschermd wonen. Door minder lasten in 2022 is er een lagere onttrekking aan het beklemd middel beschermd wonen geweest. Dit nadeel leidt 1 op 1 tot een voordeel bij de lasten.