Financieel overzicht
In de volgende tabel staat de top 10 van risico's met de grootste financiële impact, gerangschikt op percentage van invloed.
Nr | Risico | Kans | Financieel gevolg maximaal | Invloed |
---|---|---|---|---|
1 | Voor de meerjarige onderhoudskosten van De Hanzehof zijn onvoldoende middelen beschikbaar gesteld. De ver-/nieuwbouwplannen zijn in voorbereiding. | 95% | € 3.500.000 | 53.89% |
2 | De in de meerjarenbegroting extra opgenomen bedragen voor prijscompensatie kunnen onvoldoende zijn om stijgende prijzen te compenseren. Het gaat hier om prijzen voor bouwmaterialen, grondstoffen en energie. | 70% | € 1.000.000 | 7.51% |
3 | Een vereniging of instelling kan niet meer voldoen aan de betalingsverplichting voor rente en aflossing van de lening waarvoor de gemeente een garantie heeft afgegeven. | 50% | € 1.000.000 | 5.91% |
4 | Langdurige uitval van computersystemen door hacken en gijzelsoftware. | 50% | € 1.000.000 | 4.10% |
5 | Kosten voor uitkeringen van ex-medewerkers omdat de gemeente verplicht eigenrisicodrager is voor de Werkloosheidswet (WW). | 50% | € 250.000 | 1.65% |
6 | De prijzen van lopende ICT-contracten kunnen significant stijgen. De leverancier stopt met een ICT-product dat in gebruik is bij de gemeente. | 50% | € 250.000 | 1.41% |
7 | Datalekken van persoonsgegevens: Extra kosten voor noodmaatregelen zoals beveiligingsmaatregelen en herstelkosten. Schadeclaims. | 50% | € 200.000 | 1.40% |
8 | Verzwakken van stammen en takken van bomen waardoor schade kan ontstaan. | 50% | € 250.000 | 1.30% |
9 | Door onvoldoende interne capaciteit/uitval van medewerkers en het nog niet op orde zijn van de interne beheersing, is het beheer van huur-, opstal- en erfpachtovereenkomsten onvoldoende geborgd. Hierdoor bestaat het risico dat niet alle inkomsten gerealiseerd worden. | 80% | € 120.000 | 1.29% |
10 | Lagere opbengsten uit leges omgevingsvergunningen door een afname van bouwprojecten. | 30% | € 400.000 | 1.15% |
Totalen
Totaal maximaal financieel gevolg top 10 risico's: € 7.970.000
Totaal maximaal financieel gevolg overige risico's: € 10.190.100
Totaal maximaal financieel gevolg alle risico's: € 18.160.100
D e belangrijkste wijzigingen ten opzichte van de vorige risico-inventarisatie (voor de begroting 2023):
- De volgende risico's staan niet meer in de top 10: Claims als gevolg van juridische procedures, sociaal domein Jeugdzorg en sociaal domein Participatie.
- Het risico van het sociaal domein Jeugdzorg is verlaagd van 95% kans op een financieel gevolg van maximaal € 800.000 naar 5% kans op een financieel gevolg van maximaal € 600.000. In de begroting 2023 is de taakstelling verwijderd, tevens is de begroting verhoogd vanwege verwachte tariefstijgingen. De effecten van het woonplaatsbeginsel zijn opgenomen in de begroting.
- Het risico van het sociaal domein Participatie is verlaagd van 30% kans op een financieel gevolg van maximaal € 650.000 naar 25% kans op een financieel gevolg van maximaal € 350.000.
- Risico 8 (Datalekken van persoonsgegevens) en risico 9 (Verzwakken van stammen en takken) waren al eerder geïnventariseerd maar staan nu voor het eerst in de top 10 door mutaties bij andere risico's.
Beheersmaatregelen
Conform de toezegging aan de raad worden hier beheersmaatregelen opgenomen voor de top drie van risico's:
- Risico 1 Onderhoudskosten De Hanzehof:
In het coalitieakkoord zijn afspraken gemaakt om in deze coalitieperiode een uitvoeringsplan uit te werken voor de renovatie van de Hanzehof. Voor de uitvoering van de opdracht zoals die is opgenomen in het coalitieakkoord hebben wij een bestuursopdracht vastgesteld. De bestuursopdracht is uitgebreid besproken met de betrokken partijen.
Met de uitvoering van de bestuursopdracht starten we het proces voor de voorgestelde renovatie van De Hanzehof. Met de betrokken partijen hebben we afspraken gemaakt over de inhoud van de opdracht, organisatie, communicatie, planning en bemensing van de projectorganisatie. Er is nu nog geen exacte investeringsraming te geven. In de loop van dit jaar kunnen we een nauwkeurige investeringsraming geven, die we meenemen bij de begrotingsbehandeling.
Dit laat onverlet dat tot het moment van een volwaardig renovatieplan er een tussentijds beheer- en onderhoudskostenplan moet worden gemaakt om het huidige pand met de huidige exploitatie en gebruikers voort te kunnen zetten. - Risico 2 Stijgende prijzen :
Inflatie is een niet beïnvloedbaar risico maar uiteraard nemen wij maatregelen om de gevolgen van het risico te verkleinen. We monitoren de inflatiecijfers en bij het opstellen van de begroting kijken we voor welke uitgaven helder is dat het risico zich voordoet. Deze verwachte stijging van de prijzen wordt dan overgebracht naar de voorgestelde programmabegroting.
- Risico 3 Garanties :
Aanvragen worden beoordeeld en getoetst aan de hand van criteria zoals opgenomen in beleidsregels. De risico's worden beoordeeld. Aan garantieverstrekkingen worden voorwaarden verbonden waardoor de risico's beperkt worden.
Benodigde weerstandscapaciteit
- Op basis van de ingevoerde risico's is een risicosimulatie uitgevoerd. De risicosimulatie doen we omdat het reserveren van het maximale bedrag van € 18.160.100 ongewenst is. De risico's zullen immers niet allemaal tegelijk en in hun maximale omvang optreden. Het is voor 90% zeker dat alle risico's kunnen worden afgedekt met een bedrag van € 6.325.160. Dit is dan ook onze benodigde weerstandscapaciteit.
- De benodigde weerstandscapaciteit is met € 2.592.058 gedaald. Bij de vorige risico-inventarisatie bedroeg de benodigde weerstandscapaciteit namelijk € 8.917.218 .
Beschikbare weerstandscapaciteit
- De beschikbare weerstandscapaciteit bestaat uit de middelen die we hebben om de risico's in financiële zin af te dekken. De berekening van de beschikbare weerstandscapaciteit is gebaseerd op de stand per 31 december 2022.
Beschikbare weerstandscapaciteit | |
---|---|
Algemene reserve | € 13.255.768 |
Restant voor onvoorzien | € 141.000 |
Reserve exploitatieresultaten grondbedrijf (niet geblokkeerd deel) | € - |
Totaal beschikbare weerstandscapaciteit | € 13.396.768 |
Relatie benodigde en beschikbare weerstandscapaciteit
Om te bepalen of het weerstandsvermogen voldoende is, moet de relatie worden gelegd tussen:
- de financieel gekwantificeerde risico's en
- de daarbij gewenste en beschikbare weerstandscapaciteit
Onderstaande figuur laat de relatie zien:
Risico's | Weerstandscapaciteit | |
---|---|---|
Bedrijfsproces, Financieel | Algemene reserve (niet geblokkeerd deel) | |
Letsel / Veiligheid | Restant voor onvoorzien | |
Materieel, Milieu | Reserve exploitatieresultaten grondbedrijf | |
Personeel / arbo | (niet geblokkeerd deel) | |
Product | ||
↓ | ↓ | |
Weerstandsvermogen |
Ratio weerstandsvermogen
Als we de benodigde weerstandscapaciteit, die uit de risicosimulatie voortvloeit, afzetten tegen de beschikbare weerstandscapaciteit, ontstaat als uitkomst de volgende ratio:
Ratio weerstandsvermogen = | Beschikbare weerstandscapaciteit | = | € 13.396.768 | = 2,1 |
---|---|---|---|---|
Benodigde weerstandscapaciteit | € 6.325.160 |
Onderstaande normtabel biedt een waardering van de berekende ratio. De normtabel is ontwikkeld door Naris in samenwerking met de Universiteit Twente. De formele ratio van onze gemeente valt per 31 december 2022 in klasse A. Dit duidt op uitstekend. In het gemeentelijk beleid is vastgelegd dat de ratio weerstandsvermogen minimaal 1,5 moet zijn.
Waarderingscijfer | Ratio | Betekenis |
---|---|---|
A | >2.0 | Uitstekend |
B | 1.4-2.0 | Ruim voldoende |
C | 1.0-1.4 | Voldoende |
D | 0.8-1.0 | Matig |
E | 0.6-0.8 | Onvoldoende |
F | <0.6 | Ruim onvoldoende |
Verloop van de ratio
Onderstaand figuur laat het verloop zien van de ratio weerstandsvermogen en de -capaciteit.
Toelichting bij de X-as (horizontale as): deze as is opgesteld op basis van de chronologische volgorde van het maken van het gemeentelijk risicoprofiel. Eind 2021 maken we het risicoprofiel voor de jaarrekening 2021 (R2021), zomer 2022 maken we het risicoprofiel voor de begroting 2023 (B2023) en eind 2022 maken we het risicoprofiel voor de jaarrekening 2022 (R2022). In chronologische volgorde wordt het dan R2021, B2023 en R2022.
Verplichte financiële kengetallen
Financiële kengetallen zijn getallen die de verhouding uitdrukken tussen bepaalde onderdelen van de begroting/jaarrekening of de balans en kunnen helpen bij de beoordeling van de financiële positie van de gemeente. Gemeenten zijn op grond van artikel 11 Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV) verplicht onderstaande financiële kengetallen op te nemen in de paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing. Bij ministeriële regeling is vastgesteld hoe de kengetallen worden berekend en hoe deze in de begroting en jaarrekening moeten staan.
Omschrijving | Verloop van de kengetallen | ||
---|---|---|---|
Verslag 2021 | Begroting 2022 | Verslag 2022 | |
Netto schuldquote | 60% | 81% | 44% |
Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen | 51% | 72% | 39% |
Solvabiliteitsratio | 27% | 20% | 32% |
Grondexploitatie | 2% | 1% | -2% |
Structurele exploitatieruimte | 2% | 1% | 5% |
Gemeentelijke belastingcapaciteit | 99% | 100% | 97% |
Signaleringswaarden
Er is geen wettelijke normering voor de kengetallen. Het Ministerie van BZK heeft samen met enkele provincies, waaronder de provincie Gelderland, signaleringswaarden opgesteld waaraan de kengetallen kunnen worden getoetst. De signaleringswaarden zijn in 3 categorieën verdeeld, waarbij categorie A als minst en categorie C als meest risicovol wordt bestempeld.
Omschrijving | Signaleringswaarden | ||
---|---|---|---|
Categorie A | Categorie B | Categorie C | |
Netto schuldquote | <90% | 90-130% | >130% |
Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen | <90% | 90-130% | >130% |
Solvabiliteitsratio | >50% | 20-50% | <20% |
Grondexploitatie | <20% | 20-35% | >35% |
Structurele exploitatieruimte | begr. en mjr. >0% | begr. of mjr. >0% | begr. en mjr. <0% |
Gemeentelijke belastingcapaciteit | <95% | 95-105% | >105% |
Op verzoek van de auditcommissie worden de relevante financiële kengetallen ook grafisch weergegeven.
Toelichting financiële kengetallen
De financiële positie is te beoordelen op basis van een aantal indicatoren. De belangrijkste zijn het meerjarig overzicht van baten en lasten en de balans, waarbij het realiseren van structureel en reëel evenwicht het primaire doel is. Daarnaast zijn ook de kengetallen en de weerstandsratio belangrijke graadmeters voor de beoordeling van de financiële positie.
De wettelijke verplichte kengetallen geven inzicht in de financiële weer- en wendbaarheid. Zij leggen verbanden tussen een aantal aspecten die elk voor een verantwoord oordeel van de financiële positie relevant zijn. De uitkomst van één individueel kengetal zegt niet zo veel over de financiële positie van de gemeente Zutphen. De kengetallen moet altijd in samenhang worden bezien, omdat ze alleen gezamenlijk en in hun onderlinge verhouding een goed beeld geven van de financiële positie.
De financiële getallen tonen dat de financiële positie van de gemeente eind 2022 solide is. De twee belangrijkste kengetallen (netto schuldquote en solvabiliteitsratio) geven een positief cijfer weer. De netto schuldquote (43%) valt in categorie A en de solvabiliteitsratio (33%) valt in categorie B.
Netto schuldquote
De netto schuldquote weerspiegelt het niveau van de schuldenlast van de gemeente ten opzichte van de eigen middelen. Het geeft daarmee een indicatie van de mate waarin de rente en de aflossingen op de exploitatie drukken. Hoe hoger de schuld, hoe hoger de netto schuldquote.
De netto schuldquote laat de hoogte van de schuldenlast van de gemeente zien ten opzichte van de eigen middelen en geeft een indicatie van de druk van de rentelasten en de aflossingen op de exploitatie. Een hoge netto schuldquote hoeft geen probleem te zijn.
De netto schuldquote is gedaald ten opzichte van 2021. De uitzettingen in de schatkist van het rijk zijn flink gestegen. Ook zijn de baten in de exploitatie toegenomen. Deze effecten komen samen tot uitdrukking in een lagere netto schuldquote.
Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle leningen
Dit kengetal geeft inzicht in het niveau van de gemeentelijke schuldenlast ten opzichte van het totaal van de baten. Het geeft daarmee een indicatie van het beslag dat de financieringslasten op de exploitatie leggen en daarmee op de vrije ruimte in de exploitatiebegroting. Hoe hoger de schuld, hoe hoger de netto schuldquote.
Het kengetal wordt op dezelfde wijze berekend als de netto schuldquote maar bij de financiële activa worden ook alle verstrekte leningen betrokken. Een aanzienlijk deel van de opgenomen gelden is doorgeleend aan woningcorporaties en deelnemingen. In 2022 is een groot aandeel hiervan afgelost.
Solvabiliteitsratio
De solvabiliteitsratio geeft inzicht in de mate waarin de gemeente in staat is aan zijn financiële verplichtingen te voldoen. Het wordt berekend door het eigen vermogen af te zetten tegen het totale vermogen (i.c. het balanstotaal). Het eigen vermogen is opgebouwd uit de algemene reserve, de bestemmingsreserves en het (reguliere) exploitatiesaldo.
De solvabiliteitsratio is in 2022 gestegen ten opzichte van 2021. Het eigen vermogen is gestegen door een toename van de reserves en de vermogensbehoefte is door voorschotbedragen van overheidslichamen en de voorzieningen gestegen. Deze effecten (toename van het eigen vermogen en toename van het totaal vermogen) komen samen tot uitdrukking in een hogere solvabiliteitsratio.
Grondexploitatie
Het kengetal grondexploitatie geeft aan hoe groot de grondpositie (de waarde van de grond) is ten opzichte van de totale (geraamde) baten van de gemeente. In het algemeen geldt: hoe lager dit percentage hoe beter.
De afgelopen jaren is gebleken dat grondexploitatie een forse impact kan hebben op de financiële positie van een gemeente. Het kengetal wordt berekend door de boekwaarde van de grondexploitaties af te zetten tegen de totale baten van de gemeente (exclusief onttrekkingen aan reserves). De boekwaarde van de bouwgronden in exploitatie is negatief. Een negatief kengetal betekent dat er geen boekwaarde is die moet worden terugverdiend door verkoop van grond. De gemeente loopt dus beperkt risico op zijn voorraden grond.
Structurele exploitatieruimte
In dit kengetal komt tot uitdrukking of een gemeente over voldoende structurele baten beschikt om de structurele lasten te dekken. Dit cijfer helpt mee om te beoordelen welke structurele ruimte een gemeente heeft om de eigen lasten te dragen of welke structurele stijging van de baten of structurele daling van de lasten daarvoor nodig is. Wanneer dit percentage negatief is, betekent het dat het structurele deel van de baten onvoldoende ruimte biedt om de structurele lasten te blijven dragen. Een positief percentage betekent dat de structurele baten toereikend zijn om de structurele lasten (waaronder de financieringslasten) te dekken.
Voor de structurele exploitatieruimte geldt dat het uitgangspunt wettelijk al is dat er een structureel evenwicht moet zijn. Hierop toetst de provincie als toezichthouder.
Belastingcapaciteit
De onroerende zaakbelasting (OZB) is voor gemeenten de belangrijkste eigen belasting inkomst. De belastingcapaciteit geeft inzicht in de mate waarin een financiële tegenvaller in het volgende begrotingsjaar kan worden opgevangen of dat er ruimte is voor nieuw beleid.
Om deze ruimte weer te kunnen geven is een ijkpunt nodig. De belastingcapaciteit wordt gerelateerd aan landelijk gemiddelde tarieven. In de Meicirculaire van het Gemeentefonds staat een overzicht met de (ontwikkeling van de) gemiddelde lastendruk van de woonlasten van een meerpersoonshuishouden.
Voor de gemeenten wordt de belastingcapaciteit gerelateerd aan de hoogte van de gemiddelde woonlasten (OZB, rioolheffing en reinigingsheffing). Naast de OZB wordt ook gekeken naar de riool- en afvalstoffenheffing omdat de heffing niet kostendekkend hoeft te zijn, maar ook lager mag worden vastgesteld. Er is dan sprake van belastingcapaciteit die niet gebruikt wordt.
Niet verplichte financiële kengetallen
Naast de verplichte financiële kengetallen wordt op advies van de Auditcommissie een aantal niet verplichte financiële kengetallen opgenomen. Deze kengetallen worden gebruikt voor het op hoofdlijnen inzichtelijk maken van de financiële positie van de gemeente Zutphen.
Exploitatieresultaten | jaarrekeningen | ||||
---|---|---|---|---|---|
Jaar | 2022 | 2021 | 2020 | 2019 | 2018 |
Totale lasten | 189.065 | 176.800 | 177.366 | 175.832 | 179.850 |
Totale baten | -205.255 | -188.621 | -184.897 | -173.698 | -170.217 |
Resultaat vóór bestemming | -16.190 | -11.821 | -7.531 | 2.134 | 9.636 |
Storting in reserves | 20.927 | 12.218 | 6.415 | 10.208 | 11.672 |
Onttrekking aan reserves | -20.382 | -11.068 | -9.086 | -15.623 | -19.366 |
Saldo inzet reserves | 545 | 1.150 | -2.671 | -5.415 | -7.694 |
Resultaat na bestemming reserves | -15.645 | -10.671 | -10.202 | -3.281 | 1.942 |
Bedragen x € 1.000 | |||||
Een negatief bedrag is een voordelig resultaat | |||||
Reserves/eigen vermogen | jaarrekeningen | ||||
Jaar | 2022 | 2021 | 2020 | 2019 | 2018 |
Algemene reserve* | 13.256 | 10.156 | 5.381 | 5.380 | 6.081 |
Bestemmingsreserves | 45.919 | 37.802 | 31.225 | 30.616 | 37.270 |
Jaarresultaat | 15.645 | 10.671 | 10.202 | 3.281 | -1.942 |
Totaal eigen vermogen | 74.820 | 58.629 | 46.808 | 39.277 | 41.409 |
Bedragen x € 1.000 | |||||
Een negatief bedrag is een nadelig resultaat | |||||
* Exclusief jaarrekeningresultaat | |||||
Financiering | jaarrekeningen | ||||
Jaar | 2022 | 2021 | 2020 | 2019 | 2018 |
Reserves/eigen vermogen | 59.175 | 47.958 | 36.606 | 35.996 | 43.351 |
Jaarresultaat | 15.645 | 10.671 | 10.202 | 3.281 | -1.942 |
Voorzieningen | 15.351 | 14.278 | 11.834 | 10.204 | 8.663 |
Schulden op lange termijn | 103.103 | 111.545 | 123.166 | 132.756 | 131.768 |
Beschikbare middelen | 193.274 | 184.452 | 181.808 | 182.237 | 181.840 |
Vaste bezittingen | 185.973 | 180.686 | 178.603 | 177.144 | 180.792 |
Voorraden | -156 | 7.392 | 15.554 | 27.925 | 27.371 |
Vastgelegd op lange termijn | 185.817 | 188.078 | 194.157 | 205.069 | 208.163 |
Nog te financieren/kortlopende financiering | 7.457 | -3.626 | -12.349 | -22.832 | -26.323 |
Bedragen x € 1.000 | |||||
Een negatief bedrag is een nadelig resultaat | |||||
Risico's bouwgronden | jaarrekeningen | ||||
Jaar | 2022 | 2021 | 2020 | 2019 | 2018 |
Voorraden onderhanden werk | -156 | 7.392 | 15.554 | 27.924 | 27.369 |
Verliesverwachtingen (Netto Contant Waarde) | -4.781 | -3.294 | -4.973 | -3.002 | -9.522 |
Voorzieningen voor verliezen | 4.781 | 3.294 | 4.973 | 5.494 | 11.745 |
Reserve GZ exploitatieresultaten | 4.326 | 4.855 | 3.138 | 3.267 | 5.540 |
Bedragen x € 1.000 | |||||
Een negatief bedrag is een nadelig resultaat |